Sensorische informatieverwerking
Wat is sensorische informatieverwerking?
Sensorische informatieverwerking is het vermogen om informatie vanuit de wereld om ons heen en vanuit ons lichaam op te nemen. We kunnen op deze informatie op de juiste manier reageren door te selecteren en de verschillende stukjes informatie met elkaar te verbinden (integreren). Net als wij, verzamelen kinderen informatie vanuit hun lichaam met behulp van de zintuigen. Wanneer ze met hun zintuigen iets zien, voelen, ruiken, proeven of horen, dan noemen we dat waarnemen.
Vaak is zo’n waarneming aanleiding voor het kind om iets te doen of juist niet te doen. Maar ook bij dagelijkse activiteiten zoals eten en aankleden, maken ze gebruik van de informatie van deze waarnemingen. Bij sensorische informatieverwerking ben je bezig met (combinaties van):
- kijken
- luisteren
- voelen
- aangeraakt worden
- bewogen worden
- voelen in welke houding je je bevindt
- voelen welke bewegingen je maakt.
Drie voorbeelden van sensorische informatieverwerking:
- Het voelen van een aanraking of het tastgevoel
Het tastzintuig bevindt zich vooral in de huid. Met de huid voelt een kind of materiaal hard, zacht, ruw, glad, soepel is. Ook voelt het met de lichte en onverwachte aanraking. Bij gevaar gaan de haren op de huid overeind staan, zodat ze nog sensitiever kunnen waarnemen.
Kinderen met problemen in de verwerking van deze informatie kunnen het vervelend vinden om aangeraakt, of vies te worden. - Het voelen van een beweging of het evenwichtsgevoel
Het evenwichtsorgaan ligt in het binnenste van de oren. Dit orgaan informeert over de stand en de bewegingen van het hoofd. Hierdoor waarschuwt het evenwichtsorgaan als een kind dreigt te vallen. Bijvoorbeeld bij het struikelen over een losse stoeptegel.
Kinderen met problemen in de verwerking van deze informatie kunnen snel wagenziek zijn of vinden het eng om te klimmen. Zij willen juist niet in de lucht worden gegooid. Daarnaast zijn er kinderen die juist klimmen zonder gevaar te zien en die opvallend veel bewegen en draaien en nooit stil zitten. Zij vallen veel. - Het houding- en bewegingsgevoel
Deze informatie is afkomstig uit zintuigen in de spieren en gewrichten. Hierdoor krijgen kinderen vooral informatie over de houding van het lichaam en de manier waarop ze zelf bewegen. Zo voelen ze zonder te kijken of ze hun onze armen naast het lichaam hebben of in de lucht.
Kinderen met problemen in de verwerking van deze informatie kunnen zich veel stoten, doordat ze niet goed voelen waar hun ledematen zich bevinden.
Informatie krijgen door het bewegen
Tijdens ons hele leven nemen wij voortdurend boodschappen van ons lichaam en de omgeving op. We selecteren en verbinden ze met elkaar. Alle zintuigen spelen een belangrijke rol bij het richten van de aandacht en het waarschuwen voor gevaar. Zij zorgen er vooral voor dat we niet vallen. Als er geen risico is op vallen, dan is het pas veilig om te bewegen. Door het bewegen krijgen we informatie van onze spieren en gewrichten over onze houding en bewegingen. Vooral hierdoor is bewegen leuk en ontstaat de ‘lol’ van bewegen, let je op wat je aan het doen bent en kun je dingen leren.
Bij problemen in de sensorische informatieverwerking
Er ontstaat een probleem als het kind bepaalde informatie niet kan verwerken. Dan kan het zijn dat een kind niet durft te klimmen, of dat het geen spelletjes durft te doen waarvoor evenwicht nodig is. Dit betekent dat het kind onvoldoende ervaring kan opdoen met evenwicht, maar ook met spieren, houding en lichaamsgevoel. Dit belemmert de ontwikkeling. Het is lastig als je dingen niet durft die vriendjes en klasgenootjes wel durven.
Te weinig of te veel geprikkeld
Als er sprake is van zo’n gevoelig (snel geprikkeld) zintuigsysteem, dan overstemt de informatie die via één zintuig binnenkomt alle andere. Stel dat er heel doordringende muziek klinkt. Dan belemmert dit de concentratie en zorgt het dat andere prikkels niet meer binnenkomen: “Je hoort of ziet niks anders meer.” Prikkels moeten een bepaalde drempel bereiken om ze te registreren. Dan zijn er twee mogelijkheden:
- Bij sommige kinderen is die drempel heel hoog, waardoor het heel veel prikkels nodig heeft voordat de drempel bereikt wordt (onderregistratie). Kinderen kunnen dan juist heel erg op zoek gaan naar prikkels om toch die reactie te kunnen krijgen.
- Bij andere kinderen is de drempel heel laag, waardoor het kind heel snel overprikkeld raakt (overregistratie). Het kind kan dan passief worden, omdat te veel prikkelinformatie beangstigend is. Het kind kan ook juist heel druk worden, omdat het niet weet wat te doen met alle informatie.
Verschillen sensorische informatieverwerking
De sensorische informatieverwerking kan per zintuigsysteem per kind verschillen. Met de zintuigen zelf is dan niets aan de hand, maar wel met de informatieverwerking in het centrale zenuwstelsel. Het is dus belangrijk om goed te kijken wat de reden is van het gedrag van het kind door de sensorische informatieproblemen te herkennen. Hier leest u voorbeelden van problemen met sensorische informatieverwerking.
Herkent u problemen met de sensorische informatieverwerking?
Neem dan contact met mij op. Via een speciaal onderzoek kijk ik of er bij uw kind sprake is van een disbalans in de sensorische informatieverwerking. Als hier sprake van is, wordt er een behandelplan opgesteld. Via therapie en adviezen veranderen we de manier waarop het kind de sensorische informatie organiseert. Dit gebeurt op een speelse manier, waardoor uw kind de therapie als prettig ervaart. Ook kijk ik naar de omgeving van het kind en geef zo nodig advies om het kind op een andere manier te benaderen.